Schoenen uit

Middenin 't leven, toostend op het Leven!

jongeren & leiderschap – van speeltuin naar pretpark

Leiderschap is een veel besproken onderwerp. Vele boeken zijn erover geschreven, veel ervaringen opgedaan al dan niet positief. Krachtige oneliners knallen door microfoons als; ‘be a leader, not a boss!’ (wees een leider en niet een baas), ‘leiders lopen voorop!’, ‘leadership is servanthood’(leiderschap is dienen), ‘hoge bomen van veel wind, maar de afbrekende takken vallen op het lager gewas!’.
Veel goeroes proberen het juiste te zeggen over leiderschap om de leidende elite bij te sturen of af te branden. Hier in Afrika speelt dat soms behoorlijk op omdat het zittend heerschap leiderschap met levenslang verbonden heeft. Soms is autoriteit overgegaan in autoritair of heeft leiden lijden als gevolg.

De organisatie waar ik op dit moment voor werk (Youth for Christ Lesotho), heeft leiderschap hoog in het vaandel staan. Jongeren, onze toekomstige generatie leiders, toerusten om goede en christelijke leiders, Godly leaders te worden. Waarom zo’n focus op leiderschap? Je moet toch ook volgelingen hebben? Mooie boel wordt dat als iedereen leider wordt, is er nog waardering voor vakkenvullen bij Appie Heijn? Of geestelijker; is er nog waardering voor nederigheid en focus op God zonder dat jezelf zo hoog moet opklimmen?

Temidden van dit alles wil ik je graag laten zien dat leiderschap een gezond principe is. Een principe dat ook in het Koninkrijk zijn plaats heeft en hoger is dan een topfunctie en dieper gaat dan volgen. En tegelijk ook dat goed gebruik van leiderschap onder jongeren en geweldige kans is om Gods Koninkrijk meer en meer te zien.

verantwoordelijkheid
Leiderschap heeft voor mij te maken met verantwoordelijkheid nemen. Dat laat al direct zien dat dit verder gaat dan een management functie. In alle lagen van de samenleving en in alle fases van je leven kan je verantwoordelijkheid nemen. Verantwoordelijkheid neem je over dat wat je is toevertrouwd. Dat kan je gezin zijn, de rij klanten die door jou geholpen willen worden, de koffie die je mag uitschenken, het team dat je mag voorgaan, de tuin die je mag beplanten, het konijn dat je mag voeren (of opeten), het netwerk dat je moet inrichten en beheren. Als je iets is toevertrouwd, heeft dat automatisch ook kaders, grenzen. Dat is heel ontspannend want het is alleen binnen de omheining van dat tuintje dat je hoeft te planten, het is alleen die ene rij, die klas of alleen de huiswerk opdrachten van vandaag. Grenzen die bepaald zijn door iemand die je die verantwoordelijkheid heeft gegeven. Iemand die de verantwoordelijkheid heeft over jou, leiding geeft aan jou. Diegene geeft goed leiding als hij jou ook taken geeft die bij jou passen. Die in lijn liggen met jouw sterke kanten en gaven. Dat geeft ontspanning voor jou en je leidinggevende.
Een aantal principes komen hierboven naar voren. Ik heb niet de pretentie volledig te zijn, maar ik wil een paar voor de hand liggende principes naar voren halen.

Begrensde verantwoordelijkheid; als jij de verantwoordelijkheid hebt gekregen over iets, heb je een ingekaderd stukje.
Lijnen van autoriteit; verkregen verantwoordelijkheid impliceert iemand die leiding geeft aan jou. Daar leg je dan ook verantwoording aan af.
Gemandateerde verantwoordelijkheid; je verantwoordelijkheid is naar jou gedelegeerd en jij hebt ook het mandaat om daar keuzes in te maken. Het is immers jouw taak en verantwoording.
Gavengerichte verantwoordelijkheid; je kan het beste je verantwoordelijkheid dragen als je ook de gave daarvoor hebt. Als je niet weet hoe je moet planten en bewateren, staat of de tuin droog of jij bent opgebrand aan het einde van het seizoen.

De praktijk is weerbarstig als het om leiderschap gaat. Vanuit twee perspectieven wil ik hier iets over schrijven. Al is dat generaliserend, er zijn lessen uit te leren.

Afrika
versmald perspectief
Op het Afrikaanse continent loopt een aantal bijzondere leiders rond. Woorden als dictatoriaal, levenslang, manipulatie, doodseskaders, coups en corruptie zijn aan de orde van de dag. Leiderschap is hoegenaamd alleen te vinden in de politiek of in de kerk. Helaas vind je een aantal woorden in de opsomming hierboven ook terug in de kerk. Over de kerk later meer. Het punt dat ik hier wil maken is dat er een beperkte visie is op leiderschap als dat alleen maar in de politiek of kerk voorkomt. De mogelijkheden om verantwoordelijkheid te nemen, je gaven in te zetten wordt nogal versmald.

opgeleide elite
Daarnaast is het zo dat de leidende groep mensen, geschoold is of zich zo voordoet. Titels zijn soms te koop. Als je een goede opleiding hebt genoten, vertrek je naar een land dat dat waardeert en daar en passende plek voor heeft. De mogelijkheden in het thuisland zijn beperkt tot zoals al aangegeven de politiek of het pastorschap. De mensen die blijven zijn minder hoog opgeleid. Er ontstaat een kloof tussen de leiders en het volk. Indien nodig wordt met harde of manipulerende hand duidelijk gemaakt wie de leiders zijn. Voor sommigen is leiderschap een onbereikbare plek maar desalniettemin een ideaal. Een droom die alleen vervuld kan worden als je daadwerkelijk op die leiderschapsposities terecht komt.


kerk

versmald perspectief
Ook in de kerk hebben we te maken met een versmald perspectief. Hier in Afrika wordt nog behoorlijk opgekeken tegen de pastor. Veel amen-geroep en ja-geknik op boodschappen die soms verre van bijbels zijn. Gezien de status van de pastor, bekruipt me soms het gevoel dat ik me bevind temidden van een groep leken & heiligen.
Maar ook in de kerken in Nederland kwam ik dat tegen. Op het moment dat je een beetje je nek uitsteekt, belangstelling voor mensen hebt of de dingen mooi kan verwoorden, zit je in de ouderlingenbank. Ik heb daar zelf ook hard aan meegedaan in het benaderen van mensen. Is het ouderlingschap, of als je iets minder spraakzaam bent het diakenschap, dé plek in de kerk om leider te zijn of verantwoordelijkheid te nemen? Hoe volg je jouw kerkelijk leider? Ongezouten/ongezond kritisch is niet goed, maar lijdelijk volgzaam ook niet.

gavengericht
Ooit hoorde ik iemand zeggen: ‘Als je de gaven van God herkent, aanneemt en inzet in het koninkrijk (en dus ook in een gemeente), heb je geen vacatures meer!’ Scherper komt ie naar voren in de negatieve zin: ‘Als je focust op vacatures, blijft de gevende God en zijn gaven buiten beeld!’
Het betekent dat als je niet op de gaven van de mensen gaat letten, je veel mist, mensen gaat missen en mogelijk God zelfs. Op het moment dat je jongeren hun gaven niet laat ontdekken in het koninkrijk en de kerk, ontdekken ze die ergens anders wel en hebben ze het daar druk mee op het moment dat je als kerk met je vacatures aankomt. Ik vind het dan ook niet zo gek dat kerken hier mee worstelen. Ze zijn gewoon te laat! Waarmee ik overigens niet pleit voor alleen het inzetten van gaven in de kerk. Ik spreek dan ook liever van het Koninkrijk om eenzijdige of een naar binnen gerichte focus te vermijden.

ruimte?
Jongeren hebben ruimte nodig om hun gaven te ontdekken. Jong en oud hebben ruimte nodig om hun gaven te gebruiken. Die ruimte moet ook de vrijheid behelzen van het mogen maken van fouten. Het stumperen, het vallen, falen en de plank misslaan. De kerk is namelijk de plek om fouten te maken. Als je ergens zou willen zondigen, doe dat dan maar in de kerk. Daar leer je namelijk leven van vergeving, daar gaan de maskers af! Hoever ben jij met je kerk van die ruimte verwijderd? Kunnen we met zijn allen de hemel in stumperen of moet het allemaal gladjes en gepolijst heilig zijn?

Kijk eens naar de houding van de broers van David. David kwam naar het slagveld, waar verslaan was veranderd in verslagen toekijken omdat Goliath de hoogste toon blies. David zag en hoorde dit en werd kwaad. Hij wilde deze man wel verslaan, dit kon toch niet?! Zijn broers zeiden toen dat hij te jong was. Uiteindelijk kreeg David toch de ruimte (zonder harnas) om het te doen, maar de koning zelf had er geen fiducie in. Met de kracht van God en zijn bereidheid en bravoure om dit te doen werd deze reus een kopje kleiner.

Hoe reageer je als een jongere met een bizar plan op je afkomt? Twee voorbeelden:
Hoe reageer als een jongere zegt dat hij graag het Woord wil delen vanaf de preekstoel. Zet je hem/haar eerst 6 jaar in de schoolbanken voordat hij/zij klaar is voor de strijd? Saul gebruikte een harnas, dat op zich heel goed was voor een strijder. Dat betekent dus ook dat opleiding, scholing en coaching in die zin niet slecht is. Begeleiding van een jongere is in dit geval ook niet verkeerd om enige Bijbelse waarheid te checken. Maar geef je hem dan ook de ruimte om het uit te proberen. Waarom zou hij/zij niet een keer het podium op mogen zonder al die jaren studie?

Hoe reageer je op jongeren die graag een megaconcert willen geven/houden tot eer van God? Het budget is reuze hoog. Als ouderen en meer belegen mensen zullen we ons misschien achter de oren krabben en we zullen ze misschien uitnodigen voor een lesje wijsheid o.i.d. Wij zullen hen dan wel even vertellen hoe je dat moet doen en dat dit toch echt te groot en te gortig is.
Ik zou zeggen; laat ze niet naar jou kijken, maar kijk jij maar naar hen. Waar halen ze inderdaad het lef vandaan om met zo’n plan te komen? Geweldig, daar moet wel een krachtige bron achter zitten. Begeleidt en coach hen, laat hen verantwoordelijk zijn en steun ze als het misgaat. De verleiding is groot om dan te zeggen; ‘tja, ik dacht het al aan het begin dat het mis zou gaan.’ Of; ‘ik zei het je toch!’
Doe dat nou maar niet, maar geef hen de ruimte om de bravoure en durf te gebruiken, ontvang hen als gave (jongeren) en je zult stomverbaasd staan.

Waar zijn die principes die je noemde aan het begin?
Hoewel de focus nu wat sterk ligt op gavengerichte verantwoordelijkheid, komen die andere principes ook naar voren. In het inzetten van jongeren en hun gaven, geef je hen zonder meer de ruimte om hun verantwoordelijkheid te nemen en de bijbehorende keuzes te maken. Dat is de aan hun gemandateerde verantwoordelijkheid. Daarnaast blijven ze ook verantwoordelijk aan de leiders die hun die verantwoordelijkheid hebben gegeven. In het voorbeeld van de jongere die graag wil spreken komt dat naar voren in de al dan niet korte (biddende) begeleiding vooraf.
Het laatste principe dat ik aan het begin noemde is die van begrensde verantwoordelijkheid. Mogelijk dat jongeren hier nog niet echt tegenaan lopen, maar het zal goed blijven hen binnen de grenzen van hun verantwoordelijkheid te laten opereren en leren. Ik verwacht eerder dat de ouderen (=niet jongere) hun eigen kaders mogen gaan ontdekken in het laten leiden van jongeren.

van speeltuin naar pretpark
Er ligt dus een belangrijke rol voor de kerk om jongeren op te bouwen en verantwoordelijkheid te laten nemen. Dat zit in de breedte van koffieschenken tot woordverkondiging. Van aanbiddingsleider of het organiseren van een conferentie tot parkeerwacht. Die speeltuin heeft uiteindelijk de potentie om een pretpark te worden. Een park met attracties die middenin haar omgeving verschil maakt. Een maatschappij zal erdoor veranderen omdat mensen hun gaven Koninkrijksgericht leren inzetten in de samenleving. Daar ligt een enorme kans voor zowel Nederland als Afrika. Het ontwikkelen van leiderschap en verantwoordelijkheid zal de contouren van Gods Rijk zichtbaar maken.
Een pretpark, want reken maar dat je lol hebt als je je gaven inzet. Dat is namelijk Gods wens en plan en dat maakt het leven met Hem tot een hemelse attractie.

Ach, er is nog veel meer over te schrijven, maar dit ligt me op dit moment na aan het hart/verstand.

Al lerende,

Gert van den Bos
December 2010
Maseru, Lesotho

© 2024 Schoenen uit

Thema door Anders Norén